maandag 23 januari 2012

Interview: De organisatie in beeld

Omdat het interview rechtstreeks is gehouden met de teamleider, zonder tussenkomst van de afdeling communicatie, is de naam van de instelling weggelaten. Het betreft een interview van een instelling die onder Stichting Huis valt.

Wat is uw functie hier in deze instelling?‘Ik ben teamleider/manager en verantwoordelijk voor personeel en cliënten’.
Hoe onderscheidt deze instelling zich van andere opvangcentra in Groningen?‘Wij zijn de enige opvang voor mensen met een dubbele diagnose. Wij hebben 40 bedden voor mensen vanaf 23 jaar, gemengd, maar in de praktijk zien we meestal mannen. Aanmelding kan o.a. via OGGZ, VNN, politie en Lentis. Er volgt dan een intakegesprek, geen einddatum, verblijf kan levenslang. Wel wordt gemotiveerd en trajecten weggezet (AWBZ) om weer te vertrekken. Contra reguliere psychiatrie. Huisregels zijn leidend, deze worden uitgereikt bij binnenkomst. Wanneer medicatiegebruik aanwezig is, zal er medicatie verstrekt worden’.

Waar ligt de kracht van de instelling?‘Wij zijn ontzettend laagdrempelig. Mensen kunnen gewoon binnen lopen en zich aanmelden bij de balie. Het verblijf is ook volledig vrijwillig.
Op welke manier heeft u in dit werk te maken met cliënten met een dubbele diagnose?‘Alleen maar, het is de enige voorwaarde die we hebben als we mensen toelaten. Er moet sprake zijn van dubbele diagnostiek. Dus psychiatrische problemen en verslavingsproblemen’.

Heeft u in dit werkveld ook te maken met Dwang en Drang?‘Drang wel, dwang niet. Intrinsieke motivatie is belangrijk, dat is een streven. Drang in de zin van; mensen zijn dusdanig zwak, dat je ze een bepaalde richting in duwt. Bijvoorbeeld; Detox, als de stap te groot is en ze weer terugkomen. Hier komt externe motivatie bij kijken, hebben een extra duwtje in de goede richting nodig. Wij motiveren ze dan om detox later weer op te pakken. Moet heel zuiver blijven, daarmee bedoel ik dat het de cliënt ten goede moet komen’.
Is deze setting te zien als 'gesloten' of passend bij Drang & Dwang?
Nee, het is volledig vrijwillig. Zoals eerder werd benoemd is drang wel van toepassing’.

Denkt u meer succes te behalen wanneer er gewerkt wordt vanuit de Drang en Dwang setting of is succes alleen te behalen als iemand vrijwillig meewerkt?‘ Je kunt iemand pas helpen als hij echt gemotiveerd is om wat aan zijn situatie te doen. Ziet hij het nut er niet van in, dan zal er weinig succes te behalen zijn. Wel proberen we ze te motiveren bij tegenslag en ze te overtuigen waarom het beter is om de situatie aan te pakken. Neem als eerder genoemd voorbeeld de detox. Ik denk dus niet dat een gedwongen kader gelijk staat aan een groter succes, de intrinsieke motivatie ontbreekt dan, terwijl dat het belangrijkste aspect is voor verandering’.
'
Voor hoeveel cliënten is hier plek?‘40’.
Op welke manier komen de cliënten in de instelling terecht?‘Mensen komen hier door zelfaanmelding, via hulpverlening (VNN e.d.), zorgmijders worden aangemeld via de gemeente en via interne verwijzingen binnen Stichting Huis’.
Vraag 10; Hoeveel inspraak heeft de cliënt in zijn/haar traject en welke voorwaarden worden er gesteld aan de cliënt bij aanmelding in uw instelling?
‘Volledig, intake zit de cliënt bij, evt. ook bij het ketenoverleg. Wordt ingespeeld op hun behoefte, werkplannen worden ondertekend door de cliënt, voor akkoord. Activiteiten zijn ihkv van hun eigen re-integratie’.
Kunt u beschrijven wat het traject is die cliënten bewandelen wanneer ze hier binnenkomen?
‘Dagbesteding is belangrijk, maar nog te weinig. Er is een activiteitenplek waar de cliënten kunnen schilderen e.d. Verder wordt er gewerkt aan het aanleren van vaardigheden. We streven ernaar dat ze zo zelfstandig mogelijk kunnen leven. Dus er worden boodschappen gedaan en eten gemaakt, dat moet tenslotte ook gebeuren als ze weer weg gaan. Er wordt niet behandeld, het zijn geen patiënten. Is een woonverblijf. Geen drang en dwang, volledig vrijwillig. Iedereen een eigen kamer. Wordt een contract getekend door de bewoners, stok achter de deur. Bewoners krijgen allemaal een uitkering, het is geregeld met SoZaWe dat de huur wordt betaald van hun uitkering, wordt ingehouden. Ook wordt er schuldsanering in gang gezet o.a. in samenwerking met het GKB’.
Wat is het beleid m.b.t. middelengebruik binnen de instelling, en waarom is hiervoor gekozen?
‘Softdrugs zijn toegestaan op eigen kamer, mits geen overlast (gelinkt aan de wet, harddrugs niet toegestaan). Geen handel e.d. Sanctie is een waarschuwing, paar uur op straat of definitief op straat. Na een maand mogen ze in principe weer terugkeren, afhankelijk van het voorval.  Sanctieprotocol, wordt per formulier overhandigd aan de bewoners. Stichting Huis hanteert regels, elk huis hanteert huisregels. De ene instelling hanteert strenger beleid dan de andere’.
Welke methodieken worden gebruikt bij uw instelling?‘de methodiek die in onze instelling gebruikt wordt is de Individuele Rehabilitatie benadering (IRB).’

Wij hebben voor het onderwerp dubbele diagnose gekozen omdat dit steeds meer in het nieuws komt. We horen dat het vaak moeilijk is om deze mensen door te plaatsen. Merkt u dit ook in uw instelling? En hoe merkt u dit?‘Doorplaatsing is niet echt van toepassing, wel mogelijk wanneer de rauwe kantjes eraf zijn dat er een doorplaatsing kan plaatsvinden naar een andere instelling van Stichting Huis. Zij krijgen daar minder begeleiding, woonvorm van 6 personen’.
‘In samenwerking met woningcorporaties wordt gekeken naar huisvesting en het ambulante gedeelte valt onder de verantwoording van stichting Huis’.
Wat maakt uw instelling onmisbaar/zo belangrijk voor deze doelgroep?
‘We zijn de laatste in opvang, laagdrempelig. Medewerkers hebben bepaalde expertise om de (specifieke) doelgroep goed op te vangen. Respectvolle bejegening e.d. Geen behandeling, krijgt kost en inwoning’.


Waar wordt eerst aan gewerkt (welke problemen) bij een cliënt met een dubbele diagnose, en door wie/hoe wordt dit bepaald? ‘Wat is nodig om’ goed’ te funtioneren? Dat is vertrekpunt. Dit kan betekenen stabilisatie in middelengebruik. Dmv minderen of gebruik van methadon. Dan kan eventueel  een hulpverleningstraject gestart worden’.
Om terug te komen op de doorplaatsing. Kunt u vertellen hoe het proces verloopt wanneer cliënten met een dubbele diagnose worden doorgeplaatst?‘Is iemand psychotisch? Dan wordt er hulpverlening ingeschakeld (ook politie is mogelijk), kan deze er niets mee, dan volgt een klinische opname. Doorstroming valt wel mee. Mensen kunnen vrijwillig opstappen, dit gebeurt enkel. Hulpverleningstraject; andere woonvoorziening is beter. Via ketenoverleg; VNN, MJD, Limor (soms) Lentis en Stichting Huis. Cliënt kan er bij aanwezig zijn’.
Doen er zich problemen voor bij deze doorplaatsing, zo ja welke?‘Mensen met een dubbele diagnose zijn moeilijk door te plaatsen, VNN heeft als contra psychiatrische problemen en Lentis heeft als contra verslavingsproblemen’.
Op welke manier zou bereikt kunnen worden dat vanuit de maatschappij meer kennis van/ begrip voor dubbele diagnose cliënten is?
‘Dilemma’s benoemen. Is het mogelijk om eerder interventies t plegen in de drang en dwang. Bijv. TBS na meerdere keren een delict te hebbe gepleegd. Externe motivatie is dan nodig doel te bereiken’.
Loopt u bij (her)plaatsing aan tegen vooroordelen over/ stigmatisering van cliënten met een dubbele diagnose? (door bijv. weinig kennis over juiste behandeling of behandelmogelijkheden)
‘Sec op psychiatrie en de ander op verslaving. Omdat het beide is, vallen ze tussen wal en schip want de woonvoorziening is er niet naar. Hulpverleners zouden meer getraind moeten worden in de behandeling van dubbele diagnose. Betreft een kwetsbare doelgroep, waardoor het complex werken is. Doorplaatsing is daarom lastig/doorplaatsing, scherpe randjes eraf is al een goed streven’.




De hulpverlener in beeld

Een verhaal vanuit de praktijk

‘Op een reguliere gevangenisafdeling kwam een nieuwe inkomst binnen, niets nieuws onder de zon. Eenmaal op de afdeling bleek dit een man te zijn met ernstige psychiatrische problemen. Zo vertelde hij tijdens een intakegesprek met zijn mentor dat hij graag kelen dichtknijpt voor de lol, hij zei daar een kick van te krijgen. Toen hij dat zei, had hij een ijzingwekkende kilte in zijn stem, ik kreeg er een heel naar onderbuik gevoel van. Hij was erg intimiderend richting personeel en medegedetineerden. Zonder enige emotie gaf hij aan hoeveel plezier hij beleefde aan het vermoorden van mensen. Normaliter wordt een nieuwe inkomst gesproken door een psycholoog en eventueel psychiater. Omdat de veiligheid op de afdeling niet meer gewaarborgd kon worden, hebben we hem direct in de isoleercel geplaatst. Dit wel in overleg met het betreffende afdelingshoofd en de directie. Verder is er een spoedoverplaatsing in werking gezet, om hem zo snel mogelijk naar een passende PI te krijgen. Hij is overgeplaatst naar een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC).
Wat de dwang in dit verhaal is? Alles is voor hem besloten, er is zonder enig overleg met hem besloten dat hij als eerste naar de isoleercel ging en daarna overgeplaatst naar een PPC. Daar hebben ze gekwalificeerd personeel rondlopen die met mensen om kunnen gaan met deze stoornissen en het belangrijkste, de veiligheid is er daar ook voor ingericht.
Wij hebben gekozen voor de veiligheid van de groep en zijn daarom tot dit besluit gekomen. De groep woog het zwaarst voor ons en om hun veiligheid te waarborgen, moest deze ene persoon weg’.

Karin van der Heide



Boek recensie: Onvrijwillige hulpverlening

Wat is nu eigenlijk het verschil tussen drang en dwang? Ik ben het boek ‘onvrijwillige hulpverlening gaan lezen en vond dat ze voor beide een mooie benaming hadden;
- drang
à sociaal onvrijwillig
- dwang
à wettelijk onvrijwillig
Wat bedoelen ze met sociaal onvrijwillig? Ik denk dat ik daar het beste een voorbeeld voor kan gebruiken om dat te verduidelijken.
Een psychiatrische patiënt die binnen een instelling verblijft, weigert medicatie in te nemen. Door te gaan onderhandelen, kun je iemand soms motiveren om te doen wat het beste is voor hem/haar, ook al beseft hij/zij dat op dat moment niet zo. In dit geval werd er gezegd dat hij zijn shag niet zou krijgen wanneer hij de medicatie niet zou innemen. Als de patiënt er voor kiest om geen medicatie in te nemen, zitten er niet zulke grote consequenties aan. Het blijft in die zijn een eigen keuze om iets wel of niet te doen.
Met wettelijk onvrijwillig bedoelen ze het volgende;
De rechtbank legt een verdachte verplichte opname in een verslavingskliniek op inclusief twee jaar toezicht van de reclassering. Wanneer de verdachte zich hier aan onttrekt is hij strafbaar en kan bijvoorbeeld een voorwaardelijke detentie omgezet worden in een onvoorwaardelijke detentieperiode. Hier is niets vrijwillig meer aan, hij zal aan de voorwaarden moeten voldoen om een detentie te voorkomen. Of hij het nu eens is met de voorwaarden of niet, hij zal het toch moeten doen.

Wat ik mooi vindt om terug te lezen is de motiverende gespreksvoering. De hulpverlening valt en/of staat er mee. Zie je iemand die bijvoorbeeld verslaafd is en jij als hulpverlener ziet dat het beter is voor hem/haar om te stoppen? Dan begint alles met de motivering om te gaan stoppen. Eigenlijk komt heel mooi naar voren dat je dwang kunt voorkomen als de motiverende gespreksvoering/coaching slaagt.
Ik herkende veel van onze eigen specialisatie in het kader van motiverende gespreksvoering, het is zeker een mooi boek om te lezen en vind het zelf dan ook erg jammer dat wij dit boek niet op onze boekenlijst hebben staan.
Karin van der Heide                           

''Robert''

Deze casus gaat over Robert, 45 jaar. Hij heeft een normaal postuur en lang grijs haar. Robert is een autistische verstandelijk beperkte man die erg gehecht is aan zijn privacy en eigen inbreng in situaties. Ook kan hij wantrouwig zijn en is hij moeilijk te motiveren. Robert verblijft in een woonvoorziening.
Een aantal weken geleden is na lichamelijk onderzoek gebleken dat Robert levercirrose heeft, helaas al in redelijk ver gevorderd stadium. Dit is het gevolg van jaren lang overmatig alcoholgebruik. Nooit eerder is gedacht dat Robert zoveel dronk, er zijn in het verleden gesprekken geweest over alcoholgebruik en hierin gaf hij aan dat zijn gebruik matig was.
Levensverwachting van Robert is op het moment van de ontdekking nog maximaal een paar maanden, als hij besluit te blijven drinken. De andere optie is per direct stoppen met alcoholgebruik, dan kan de levensverwachting gerekt worden tot ongeveer een jaar tot twee jaar. In gesprekken die hierover met Robert zijn gevoerd geeft hij aan te willen stoppen met drinken, dit kan hij naar eigen zeggen zonder hulp. Zijn persoonlijk begeleider, die een goede vertrouwensband met Robert heeft, gelooft hem hierin en spreekt af dat Robert een week de tijd krijgt om dit te bewijzen. Eventuele hulp van het VNN is op dat moment al besproken maar dit wil Robert absoluut niet.
Na een week blijkt dat het Robert niet lukt om te stoppen met alcoholgebruik. Hij drinkt nog dagelijks grote hoeveelheden en zijn mening hierover is erg wisselend. ‘’Liever nog een paar maanden leven met plezier, dan nog jaren zonder’’, hiermee doelt Robert op het drinken. Op andere momenten ziet hij in hoe belangrijk het is om te stoppen met drinken.
Onder lichte druk van zijn persoonlijk begeleider wordt besloten een aanmelding te doen bij het VNN. Robert staat hier achter maar is er nog steeds van overtuigd dat hij zelf kan afkicken. Bij het VNN wordt duidelijk aangegeven dat zij willen dat Robert een detox opname krijgt, liefst vrijwillig omdat dan ook eigen motivatie aanwezig is. Op dit punt loopt het vast….Robert ziet een detox niet zitten. Hoe gaan verschillende partijen om met deze situatie?
Deze casus wordt vanuit verschillende hoeken kort belicht:
Persoonlijk begeleider
Aan de ene kant ziet Robert zijn persoonlijk begeleider in dat een detox opname voor Robert noodzakelijk zal zijn om te kunnen stoppen met drinken. Robert is zelf niet sterk genoeg maar vindt het erg lastig om de touwtjes uit handen te geven. Aan de andere kant wil hij de vertrouwensband die hij met Robert heeft niet op het spel zetten door Robert te dwingen tot detox. In het verleden is al gebleken dat Robert het zich erg aantrekt als beslissingen tegen zijn zin voor hem worden genomen, hier kan hij zich dan ook moeilijk overheen zetten. De persoonlijk begeleider zal de band en het goede contact met Robert nodig hebben om hem te kunnen ondersteunen bij terugkomst op de woonvoorziening.
Team woonvoorziening
Het team van de woonvoorziening is wel betrokken bij het hele proces maar niet zo nauw als de persoonlijk begeleider. Wat voor hen voornamelijk meespeelt is het grote risico op overlijden. Ze steunen Robert zijn persoonlijk begeleider in het hele proces en de keuzes die hij maakt samen met en eventueel voor Robert. Ook bieden ze begeleiding aan Robert. Er bestaat wel twijfel over of Robert de noodzaak inziet van het stoppen met drinken.
VNN
Vanaf het moment van aanmelding geeft het VNN aan verantwoordelijk te zijn voor het verdere verloop van de verslaving. Omdat Robert op dit moment een gevaar is voor zich zelf en niet in staat is om de juiste beslissing te nemen, spreken ze over een IBS. Op deze manier kan Robert gedwongen een detox opname ondergaan.
Robert
Robert vindt het erg moeilijk om de touwtjes uit handen te geven en te kiezen voor een detox opname. Hij voert verschillende gesprekken met zijn persoonlijk begeleider en het VNN. Tijdens deze gesprekken zijn de ook open tegen hem over een eventuele IBS.

dinsdag 17 januari 2012

Internationaal onderzoek

Zowel in Nederland, Engeland en Amerika wordt al jarenlang onderzoek gedaan naar comorbiditeit/dubbele diagnose.

Uit onderzoek van Nederlandse bodem blijkt dat 20 tot 50 procent van de ggz patiënten te maken heeft met verslavingsproblemen en 60 tot 80 procent van de patiënten in de verslavingszorg psychiatrische problemen heeft (Trimbos,2000). In het gevangenis wezen zou 80 tot 100 procent van de verslaafden een psychiatrisch probleem hebben (Schipholt,2006).

Volgens Trimbos is bij 70 procent van de mensen met schizofrenie sprake van middelen- afhankelijkheid, bij mensen met een bipolaire stoornis is dit 50 tot 70 procent en bij mensen met een depressie 30 tot 50 procent.

Daarnaast is uit het signaleringsrapport "voorzieningen voor verslaafden met psychiatrische stoornissen" (2002) gebleken dat het aantal patiënten met een dubbele diagnose toeneemt. de volgende factoren zouden hierbij een rol spelen:
- Verandering in de medisch-psychiatrische terminologie/stellen van de diagnose
- Sociaaleconomische veranderingen/ minder beschermende middelen dus ook meer kans op middelengebruik
-Veranderingen in de geestelijke gezondheidszorg/ vermaatschappelijking
-Toegenomen beschikbaarheid psychoactieve middelen
-Verandering maatschappelijk gebied / geïndividualiseerde samenlevingswijze/zwakkere familiebanden/minder mantelzorg

Dit rapport stelt ook dat er te weinig instellingen zijn die patiënten met een dubbele diagnose de benodigde zorg kunnen bieden. In 2002 waren er slechts twee specifieke voorzieningen in Nederland. In tussen zijn er wel wat klinieken bij gekomen maar die zijn vrijwel allemaal van open aard, wat betekend dat het niet geschikt is voor de patiënten met een juridische maatregel.

Onderzoek in Engeland wijst uit dat zeker binnen de gevangeniscontext veel personen lijken te voldoen aan de criteria van de 'dual diagnosis'. 20 procent van de volwassen gedetineerden zou ernstige psychische stoornissen hebben en 75 procent een 'co-occuring substance use disorder' of te wel een verslaving naast de psychische problematiek (Black,2004).

Peters & Bartoi (1997), Drake & Wallach (2000) en Eden, Peters & Hills (1997) geven een overzicht van de veel voorkomende gemeenschappelijke factoren van gedetineerden met een dubbele diagnose:

- gedetineerden met een dubbele diagnose hebben ernstige moeilijkheden met betrekking
tot tewerkstelling, familie- en sociale relaties; hebben meer uitgesproken medische
problemen en minder vaardigheden om een relapse te voorkomen
- gedetineerden met een dubbele diagnose lopen meer risico om
behandelingsprogramma’s voor druggebruikers vroegtijdig te verlaten
- er is een snellere overgang van beginnend druggebruik naar afhankelijkheid
- er wordt een hogere mate van hospitalisatie vastgesteld
- een hogere prevalentie van depressie en zelfmoord
- een minder gunstige prognose wat betreft het volmaken van een behandeling
- het niet opvolgen van medicatie- en behandelingsvoorschriften

Motivatie verhogende behandeling in combinatie steungroepen en systeemtherapie zouden volgens Drake en Wallach (2000) de kans op genezing het meest vergroten.


Uit Amerikaans onderzoek komen de volgende bevindingen naar voren:
(American Medical Association,2003, nr 8)

37 procent van de alcoholverslaafden en 53 procent van de drugsverslaafden hebben ook een ernstige psychiatrische stoornis. De volgende psychiatrische problemen komen het vaakst voor in combinatie met alcohol of drugsverslaving:
- Depressieve stoornissen, zoals depressie of een bipolaire stoornis.
- Angst stoornissen, zoals een generaliserende angststoornis, paniekstoornis, fobieën.
- Andere psychiatrische stoornissen, zoals schizofrenie en persoonlijkheidsstoornissen.
Uit volgende cijfers is af te lezen in welke mate een verhoogde kans op verslaving aanwezig is bij bepaalde psychiatrische problemen:

Antisociale persoonlijkheidsstoornis
 15,5%
Manische episode
 14,5%
Schizofrenie
 10,1 %
Paniekstoornis
 4.3 %
Depressieve episode
 4.1 %
Obsessieve-compulsieve stoornis
 3.4 %
Fobieën
 2.4 %


Volgens het onderzoek is de steun van lotgenoten belangrijk, de zogeheten support groups. Maar nog belangrijker achten zij de steun van de familie. Hoe meer inzicht de familie heeft in de problemen en hoe beter de familie hier mee om leert te gaan hoe groter de kans van de patiënt op duurzaam herstel.
 (Comorbiditeit van psychiatrische stoornissen met alcohol en andere drugs. Results from the Epidemiologic Catchment Area (ECA) Study De resultaten van het epidemiologisch verzorgingsgebied (ECA) Studie)

De cliënt in beeld

Het betreft een man, inmiddels 55 jaar, die regelmatig met justitie in aanraking komt.

Het beeld van deze man is als volgt;

Geboortedatum: 01-01-1957
Gezinssituatie: Vader, moeder en een jonger zusje.
Betrokkene is nooit getrouwd.

Wanneer ik bij hem kom vertelt hij dat hij na al die jaren wel eens ‘klaar is met dat criminele gedoe’. Ik vraag hem wat hem daartoe motiveert.
''Ik ben nu 55 jaar, detentie in en uit, het wordt tijd om mijn leven op te pakken zoals ieder ander''.

Dat is nu precies waar de schoen wringt. Deze persoon is dusdanig beïnvloedbaar, dat hij bovenstaande waarschijnlijk niet waar kan maken. Zijn vader is een bekende binnen justitie en eveneens het grote voorbeeld van beschreven persoon, die ik vanaf nu Mark noem.

Mark is zwakbegaafd <79 en is bang dat hij in de ogen van zijn vader niet goed genoeg is. Hij doet dan ook alles om in de smaak te vallen bij zijn vader. Hierdoor is er ernstige verslavingsproblematiek ontstaan bij Mark. Hij deed overal aan mee, waar zijn vader ook aan meedeed. De vader van Mark is een bekende drugsdealer en zelf grootgebruiker van diverse soorten drugs. Voor de ‘gezelligheid’ namen Mark en zijn vader regelmatig drugs en onder het motto ‘je moet weten wat je verkoopt’.

Mede door dit drugsgebruik is Mark grensoverschrijdend gedrag gaan vertonen en heeft hij diverse psychoses meegemaakt. Daarnaast ging hij inbraken plegen, geweldpleging, zorgde hij voor (geluids)overlast en deed alleen wat hem goed dunkte of waarvan hij dacht dat zijn vader het goed zou vinden. Tijdens een psychose heeft hij zijn vader en moeder aangevallen, omdat hij dacht dat ze informanten waren bij de politie en dat zijn ouders hem zouden ‘verlinken’.

Nu hij in detentie verblijft, is hij begonnen met afbouwen van drugsgebruik en hij is inmiddels zo goed als clean. Nu hij niet meer afhankelijk is van drugs, lijkt hij te beseffen dat hij op deze manier niet verder kan komen in de maatschappij. Echter, zijn zwakbegaafdheid leidt er toe dat hij erg beïnvloedbaar is en medegedetineerden zien hierin de kans om hem als loopjongen te gebruiken. Hij wordt onder druk gezet om drugs te verhandelen, zodat de dealers zelf buiten schot blijven. Omdat Mark zelf niet in staat is om voor zich zelf op te komen, draagt er aan bij dat hij zich als loopjongen laat gebruiken. Bang dat hem iets wordt aangedaan als hij niet doet wat er van hem gevraagd wordt. Het personeel houdt dit alles goed in de gaten, maar zolang Mark beweert het vrijwillig te doen, is er weinig tot geen bewijs.

De wil is er wel, maar hij is niet sterk en intelligent genoeg om te doen wat hij daadwerkelijk wil gaan doen; stoppen met criminele activiteiten. Zijn vader speelt nog een grote rol in zijn leven en komt dan ook regelmatig op bezoek.

Ik hoop, als hulpverlener, dat dit de laatste detentie is van Mark. Maar mijn verstand zegt me dat hij binnen no-time weer terug zal zijn als hij na detentie weer bij zijn vader gaat wonen. Met alle gevolgen van dien…

Informatie over dubbele diagnose

Comorbiditeit van verslaving en psychiatrische stoornissen, ook wel de ‘dubbele diagnose’ of ‘double trouble’ genoemd is een lastig door te plaatsen doelgroep. De samenhang tussen verslavingsproblematiek en psychiatrische stoornissen kunnen op verschillende manier worden verklaard, bijvoorbeeld door middelengebruik als zelfmedicatie. Op deze manier kunnen mensen met ADHD ontdekken dat het roken van een joint hun tot rust brengt. Door deze positieve ervaring zullen ze dit vaker gaan gebruiken en kunnen zij hier uiteindelijk verslaafd aan raken. Een andere verklaring is het krijgen van psychiatrische stoornissen door het gebruik van middelen. Mensen gebruiken middelen en ontwikkelen hierdoor andere stoornissen. De laatste verklaring kan worden gezocht op het neurobiologisch vlak namelijk; er is een gemeenschappelijke oorzaak van beide stoornissen.   (Muusse, C.,  Verslaving en geestelijke gezondheid, MGv 11/4.)

De symptomen van een psychiatrische aandoening en verslaving overlappen elkaar en lijken veel op elkaar, waardoor het stellen van een juiste diagnose soms erg lastig kan zijn. Terwijl dit juist noodzakelijk is voor een gepaste behandeling bij mensen met een dubbele diagnose. (Heuving, M., (2007 nummer 12), Comorbiditeit/verslaving/psychische stoornissen, MGv). Dit gegeven maakt het moeilijk om mensen met comorbiditeit door te plaatsen. De psychiatrie wijst de symptomen af op de verslaving en andersom.
Om de doelgroep van comorbiditeit in te delen in kleinere subgroepen wordt veelal gebruik gemaakt van het model van Minkoff, in dit model kunnen voer subgroepen worden onderscheiden.

In het jaar 2000 is door het trimbos instituut onderzoek gedaan naar de kenmerken van patiënten met comorbiditeit. De uitkomsten staan hieronder;
-          Gemiddelde leeftijd is 36 jaar
-          Ongeveer de helft is dakloos geweest
-          Bij de meeste patiënten is sprake van polidruggebruik
-          Schizofrenie en persoonlijkheidskenmerken zijn de meest voorkomende DSM  
           hoofdcategorieën.
-          Patiënten hebben meestal een klein sociaal netwerk en zijn veelal met criminaliteit in
           aanraking geweest.

Polidruggebruik: is het gebruik en uittesten van veel verschillende soorten drugs.

Het trimbos instituut heeft in 2000 ook een schatting gedaan naar de populatie van mensen met een dubbele diagnose. Ze schatten dan 20% tot 50% van de GGZ populatie kampt met verslaving. En 60% tot 80% in de verslavingszorg kampt met psychische problemen. In 2006 is dit ook vastgesteld door L. Schipholt in zijn boek verslaving komt bijna nooit alleen.

Het blijkt dat de patiënten met een dubbele diagnose elk jaar nog toenemen. Hier zijn verschillende mogelijke oorzaken voor aan te wijzen.
-          Verandering in het medisch-psychiatrische terminologie
( patiënten worden anders gediagnosticeerd waardoor. Het is niet meer gebruikelijk om één diagnose te stellen)
-           Sociaal economische factoren
( maatschappelijke druk licht hoger)
-          Veranderingen in de geestelijke gezondheidzorg
( vermaatschappelijking en institutionalisering)
-          Toegenomen beschikbaarheid van psychoactieve middelen
-          Veranderingen op maatschappelijk gebied.
( minder sterke familiebanden en sociale controle).
 

Om de doelgroep van comorbiditeit in te delen in kleinere subgroepen wordt veelal gebruik gemaakt van het model van Minkoff in dit model kunnen 4 subgroepen worden onderscheiden.



Interview: Het werkveld in beeld

In maart 2011 heeft DOK 3 met lef! haar deuren geopend. DOK 3 bied uitkomst voor jongeren die een dubbele diagnose hebben en normaal gesproken tussen wal en schip vallen. Mike van Wissing, afdelingsmanager DOk 3 verteld:

DOK 3 is een uniek project, het is een samenwerkings verband tussen het Poortje jeugdinrichtingen, Drievers Dale en Verslavingszorg Noord Nederland. Binnen de muren van het Poortje locatie Wilster, is dit project gestart. Het houdt in dat vier groepen, twee lvb groepen, een groep voor verslavingsproblematiek en een groep voor jongeren met psychiatrische problematiek samenwerken met 1 doel : de juiste zorg bieden aan jongeren met een dubbele diagnose. Voorheen werden jongeren met een dubbele diagnose van instelling naar instelling geplaatst en moesten zij, en hun ouders de zorg volgen. Binnen DOK 3 werkt dit andersom, de zorg volgt de jongeren, om zo beter en effectiever te kunnen behandelen.
Uniek is vooral het gegeven dat lvb in combinatie met een verslaving voorheen nog een wazig gebied was wat betreft behandeling, hierin zijn wij de eerste. Dit in combinatie met het bieden van de gesloten zorg, waarvan veiligheid een expertisie is, maakt dat het project 
DOK 3 met lef! genoemd is. Want lef was er wel voor nodig om met zo iets nieuws aan de slag te gaan. Binnen het Poortje was er al langer het idee om een jeugdeiland te maken, door wat druk van uit de regering die meer samenwerking tussen verschillende instelling wenst zijn we met een versnelling van start kunnen gaan.

De vier groepen van DOK 3 zijn gevestigd in 1 unit. Het zijn dus letterlijk buren van elkaar. Dit maakt dat de expertise op de gebieden van gesloten zorg, lvb en verslavingszorg gemakkelijk gedeeld kunnen worden. We leren ontzettend veel van elkaar, elke dinsdag vind er een overleg plaats met de behandel coördinatoren waarbij de individuele jongeren besproken worden en hun behandelen plannen bijgesteld kunnen worden, wat ook een eventuele doorstroom naar een andere groep kan betekenen. Naast de expertise op de verschillende gebieden brengt DOK 3 nog meer moois mee voor de instelling. Zo wordt er nu naast het sociaal competentie model en Equip ook met Libermann en de doelengroep gewerkt en zijn er nu creatief therapeuten, pschycho-motorische therapeuten, systeem therapeuten,  verslavingsartsen en een kinder- en jeugdpsychiater in dienst.

Medio 2012 wordt het project geëvalueerd waarbij de effectiviteit bekeken zal worden. De verwachtingen zijn positief, we merken dat we veel beter bij de jongeren en hun problematieken kunnen aansluiten, dat er vraag is na dit soort samenwerkingsverbanden merken we aan de wachtlijst die jammer genoeg nu al ontstaat. Aan de ene kant is dit een positief gegeven, aan de andere kant is het jammer omdat je jongeren in de kou moet laten staat. Zowel  voor jongeren als voor volwassenen  die een dubbele diagnose hebben is er op het gebied van zorg en behandeling nog steeds te weinig aanbod, en worden ze dikwijls van instelling naar instelling gestuurd, dit is een schreinend gegeven, aangezien de doelgroep alleen maar groter wordt. Ik verwacht iniedergeval dat we door gaan met DOK 3 en wie weet kunnen we in de toekomst uitbreiden om nog meer jongeren de zorgt te bieden die zij echt nodig hebben.

Column: "Ga weg, ik heb je nodig!"

Peter is al geruime tijd bij ons in de kliniek. Hij heeft de diagnose borderline en alcohol afhankelijkheid gekregen. Door zijn jarenlange alcohol misbruik zijn de hersenen aangetast en heeft hij op dit moment last van korsakoff. Een typisch geval van dubbele diagnose. Het is een van de weinige patiënten waarvan ik kan zeggen dat hij in “Zuidlaren” het beste af is.
In het begin van Peter zijn opname liep hij vaak weg om thuis weer naar de fles te grijpen. Hij werd dan door de politie weer opgehaald en netjes bij onze kliniek afgeleverd, dit was wekelijkse kost. Als je hem hiernaar vraagt moet hij lachen. Is dit nou omdat hij aandacht wil door zijn persoonlijkheid stoornis of wil hij gewoon gehoord worden? Ook heeft Peter totaal geen ziekte inzicht hij mankeert niks en af en toe een drankje waarom is dit nou verkeerd? Op de afdeling hielden ze hem eerst heel kort waardoor hij steeds vaker wegliep. Nu geven ze hem meer de vrijheid en een compliment wanneer hij uit zichzelf weer terug komt naar de afdeling, nadat hij zichzelf heeft bezopen in zijn huisje. Een keer is Peter vanaf de gesloten arbeidstherapie groep weggelopen rechtstreeks naar zijn huis. Toen hij 4 dagen later weer bij ons kwam hebben we hem naar zijn avontuur gevraagd. Hij kon ons in geuren en kleuren vertellen waarom en hoe hij is weggelopen en wat hij thuis allemaal heeft gedaan. Of dit allemaal op waarheid berustte blijft de vraag. Hij heeft ons daarna ook gezegd dat hij niet weer bij ons zou weglopen omdat wij altijd zo goed voor hem zijn geweest. Dit is na die tijd ook niet meer gebeurd.
Peter is nu al 10 maanden bij ons en is aardig gehospitaliseerd, ze kunnen hem nergens naar toe doorverwijzen. VNN wil hem niet omdat volgens hun de persoonlijkheid stoornis te veel op de voorgrond ligt en hij kan niet zonder persoonlijke begeleiding terug naar zijn oude huis, omdat hij dan direct weer in zijn oude gewoontes zou vervallen. Maar gepaste hulp willen/kunnen ze hem niet bieden. Dus waar moet Peter dan heen? Zuidlaren zou de beste oplossing voor hem zijn, hier kan hij een gepaste behandeling krijgen voor zijn problematiek, maar er is nu geen plek. Op dit moment fungeert onze kliniek dus als tussenopvang of ‘hotel’ voor Peter.
Wat ik met deze situatie wil verduidelijken is dat er te weinig plek is voor mensen met een dubbele diagnose. Peter heeft juist baat bij een gepaste behandeling nu is hij al 10 maanden onderweg en er is nog niets gedaan aan behandeling. Hij valt steeds tussen wal en schip en dit voelt hij ook zo, waardoor hij in het begin van zijn opname behoorlijk onhandelbaar was en geen enkele hulp wilde aannemen.  Hij wist absoluut niet waar hij aan toe was en dat was juist het enige wat Peter nodig had: Duidelijkheid! Dit kreeg hij niet waardoor hij steeds meer dingen ging doen die niet door de beugel konden en steeds dieper weg zakte. 
Er mist een plek voor patiënten met een dubbele diagnose waar ze de begeleiding kunnen krijgen die ze nodig hebben.

vrijdag 16 december 2011

Column: ''Drang en dwang, waar houdt het op?!''

Wie kent het verhaal niet? Een veroordeelde pedofiel (Sytze van der V.), die zijn straf heeft uitgezeten, wordt geweigerd in de gemeente waar hij vandaan komt. In dit geval is dat de gemeente Eindhoven, zij hebben hem zelfs een gebiedsverbod opgelegd. De buurt waar hij woonde wilde hem niet terug zien, want wie wil er nu een pedofiel als buurman?! Oké, laten we elkaar geen mietje noemen, de weerstand van de buurtbewoners is enigszins begrijpelijk, maar gaat de gemeente hier nu niet zijn boekje te buiten?

Sytze van der V. heeft zijn straf uitgezeten die hem is opgelegd door het Nederlandse rechtssysteem. Je zou dan denken dat hij op de dag van ontslag zijn leven weer kan oppakken, weliswaar in een kinderarme woonomgeving, maar hij kan zijn leven weer oppakken. Zo werkt het helaas niet, Sytze van der V. zijn straf is pas begonnen op de dag van ontslag. De veroordeling door de maatschappij weegt zwaarder dan zijn detentie. Hij kan nergens meer wonen in de gemeente Eindhoven, uitkering aanvragen of werken is onmogelijk gemaakt. Hij leeft op dit moment als een opgejaagd stuk wild, past dit in onze huidige maatschappij? Ik denk het niet, iedereen heeft recht op een tweede kans? Iedereen heeft recht op privacy? Iedereen mag zelf beslissen waar hij/zij wil gaan wonen? Niets van dit alles is terug te zien bij Sytze van der V. Ondanks het gepleegde delict, blijven het mensen met rechten.

Ik praat zijn daden absoluut niet goed, hij moet gewoon met zijn vingers van kinderen afblijven. Maar is het probleem opgelost door het zo aan te pakken als de gemeente Eindhoven? Ik denk van niet, ik denk dat de gemeente Eindhoven een ander juist opzadelt met hun problemen, ‘not in my backyard!’ Alles is prima, zolang ik er zelf geen hinder aan ondervind.
Een klassiek voorbeeld van hoe het niet moet…

Column: "Bonje met de buren"

Wie wil er nou een gestoorde gek als buurman?
Ik heb zelf recentelijk een situatie als deze meegemaakt. De woonvoorziening waar ik werk zou al acht jaar geleden al verhuizen van een oud vervallen ‘hok’ naar de bewoonde wereld, oftewel: een prachtig appartementencomplex midden in een nette woonwijk.

Gevolg: jaren van protest door de toekomstige buurtjes. Er werd al gauw duidelijk dat men niet staat te springen om buurman Piet die door zijn bipolaire stoornis helaas niet zelfstandig kan wonen. Of buurman Kees die door de adhd wat kan stuiteren en af en toe zijn jointje nodig heeft.

‘’Gevaarlijke gekken’’, ‘’moordenaars, verkrachters en pedofielen’’, de meest uiteenlopende stempels en vooroordelen zijn voorbij gekomen. En dat terwijl het hier alleen nog maar gaat om een woonvoorziening voor mensen met die bekende Double Trouble. Ze hebben inderdaad problemen, een psychiatrische ‘stempel’, vaak ook nog een verslaving en moeite om zich zelfstandig staande te houden in de maatschappij. Diezelfde maatschappij die ze het liefste in dat vervallen hok laat in plaats van ze te leren kennen en ze een kans te geven om er weer bij te horen.

Want wees eerlijk, de mensen die ik in mijn werk tegenkom hebben vaak nog weinig of soms zelfs niks. Contacten zijn verwaterd, schulden zijn gemaakt, ouders en kinderen zijn niet meer in beeld en alle bezittingen passen in een paar verhuisdozen. Verhuisdozen die ze dan toch eigenlijk mogen gaan inpakken… Na jaren van onderhandeling is de buurt akkoord, protest is opgegeven en er is een plek voor deze mensen, een kans op wat aangenamer leven, een prachtig appartement in plaats van die tien vierkante meter om te wonen en een douche en toilet waar je 21 buren ook gebruik van moeten maken…
Maar hoe zal het zijn om te gaan wonen op een plek waar je zó ongewenst was, waar men er niets eens over dacht om iets toleranter te zijn, zich iets meer te verdiepen en iets verder te kijken dan de vooroordelen..

Want als je Piet of Kees leert kennen had het net zo goed je buurman kunnen zijn….

woensdag 14 december 2011

Boek Recensie: Veroordeeld


‘’‘Wanneer word je een moordenaar? Hoe kan het zo ver komen? In Veroordeeld geeft Humphrey Ludwig een schokkende inkijk in de psyche van een moordenaar.
Humphrey verliest al op jonge leeftijd zijn vader, een oorlogsveteraan, en groeit op als rebelse straatjongen. Hij trouwt met de burgerlijke Anita; het is een gewelddadig en pervers huwelijk. Depressief vindt hij troost bij een jeugdvriendin, terwijl Anita vereenzaamd en labiel in buitenechtelijke affaires vlucht. De relatie escaleert, met de gruwelijke moord op Anita als dieptepunt.
Humphrey belandt in de gevangenis, waar hij tot inkeer komt. In een tbs-kliniek ontmoet hij zijn therapeute Marina, met wie hij een ongelijkwaardige verhouding krijgt, die tijdens een proefverlof een grimmige wending neemt. De bizarre situatie die daarna ontstaat, reikt tot ver buiten de muren van de tbs-kliniek.’’ (Nieuw Amsterdam)

Ik heb dit boek gekozen voor de boekbespreking omdat Humphrey Ludwig in dit boek verschillende zaken belicht vanuit zijn eigen perspectief. Ook beschrijft hij gedetailleerd zijn eigen gedachtegang voorafgaand aan het delict dat hij heeft gepleegd, een delict waarvoor hij in totaal negen jaar gevangenisstraf en TBS heeft gekregen.
Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste gedeelte wordt Ludwig’s levensverhaal afgewisselde met een gedetailleerde beschrijving van de dag van de moord. Hij geeft een eerlijk en keihard beeld van de periode uit zijn leven rondom de moord. Het tweede gedeelte geeft een weergave van Ludwig’s mening over en beleving van zijn tijd in een de gevangenis en later in een TBS kliniek. In dit boek komt Humphrey Ludwig op mij over als een man die zich erg bewust is van de dingen die hij heeft gedaan en die zich ook bewust is van hoe beïnvloedbaar hij en dit boek kunnen zijn voor anderen.

In dit boek wordt door onder andere het Pieter Baan Centrum een ‘diagnose’ afgegeven. Ludwig zegt hierover het volgende: ‘’De gewelddadige, haatdragende, wraakzuchtige en egoïstische testosteronjunk die ik werkelijk ben zien ze niet […] in plaats daarvan zien de ‘deskundigen’ een zachtaardige, niet-agressieve en onzekere jongeman die zwaar is getraumatiseerd door zijn ongelukkige en liefdeloze jeugd.’’ ‘’Ik ben zeer narcistisch, zeer intelligent en zeer arrogant is hun oordeel.’’ In het boek laat hij duidelijk naar voren komen dat hij het niet eens is met hun diagnose en dat hij denkt hen om de tuin te kunnen leiden. Hij wordt neergezet als slachtoffer en maakt hier bewust gebruik van.

Ludwig zegt over dit boek het volgende: ‘’Met name het eerste deel van het boek is een antwoord op de verheerlijking van geweld, een aanklacht tegen geweldsverheerlijking. […] Ik wil laten zien hoe lelijk het is.’’ Het doel hiervan zou zijn om potentiele daders op andere gedachten te brengen. Toch is dit naar mijn mening niet een boek dat potentiële daders zou moeten weerhouden. Er wordt zeer gedetailleerd ingegaan op het moment van de moord, iets wat voor potentiële daders ook een trigger zou kunnen zijn, verlangen kan oproepen. Net als dat Luwdig’s opmerking over zijn tijd in gevangenissen en de TBS kliniek potentiële daders niet echt zou weerhouden. ‘’Het zitten stelt niet zo veel voor eerlijkgezegd…’’

Mijn verwachtingen van dit boek, dat het dieper in zou gaan op de gang van zaken binnen een gesloten setting, is helaas niet waargemaakt. Het is meer ‘een boek over moord’ en eigenlijk alleen maar geschreven vanuit de beleving van Ludwig. Dit neemt niet weg dat het boek de lezer boeit.

Klik hier voor beeldmateriaal

Boek Recensie: Double Trouble

In het boek "Double Trouble" verteld Anneke van Dijk het verhaal van haar zoon Emiel: Emiel is geboren met zuurstof te kort en, wat later blijkt een hersenvliesontsteking. De jeugd van Emiel verloopt vanaf het begin af aan al moeizaam, hij is druk en onhandelbaar, heeft moeite met sociale contacten en wordt in verschillende instellingen opgenomen maar steeds weer nieuwe onderzoeken plaatsvinden. In eerste instantie wordt de diagnose ADHD vastgesteld bij Emiel, later blijkt dat hij schizofreen is. De zorgen rondom Emiel en de niet goed verlopen jeugd van Anneke zelf zorgt ervoor dat zij zich niet begrepen voelt door de instellingen en er steeds minder vertrouwen in krijgt. Wanneer Emiel 16 wordt gaat hij begeleid wonen. Emiel staat erg wantrouwend tegenover instanties en de ‘bemoeizorg’ en begint steeds verder te ontsporen. Dan ontdekt hij dat alcohol en drugs ‘de herrie in zijn hoofd’ weg halen en krijgt hij naast zijn psychische problemen ook te maken met verslavingsproblemen. Emiel krijgt psychoses en komt in aanraking met justitie. Emiel ondervindt periodes waarin het goed met hem gaat, hij heeft werk, een vriendin en wordt vader van een zoon. Toch vervalt hij telkens weer in zijn oude gedrag.

Anneke beschrijft in haar boek de zorgen over zoon, daarnaast verteld zij over de moeizame contacten tussen familie en hulpverlening, vooroordelen van instanties en de bureaucratische organisatie van de zorg. Voor ouders met (soort) gelijke problemen zal het een boek vol herkenning kunnen zijn waar zij ook steun uit kunnen halen. En voor hulpverleners kan het een verhaal zijn die als eye-opener kan werken wat betreft inzicht krijgen in de moeilijke positie van ouders die kun kind bij een instelling moeten achterlaten. Het is interessant om te lezen hoe een moeder strijd voor het welzijn van haar kind. Wel is te merken dat het boek niet door een schrijfster geschreven is, dit maakt dat de opbouw niet helemaal lekker in elkaar steekt en er veel herhaald wordt. De herhaling kan voor de lezers voor wat irritaties zorgen, maar het onderwerp is interessant genoeg om het boek uit te lezen.

Titel: Double Trouble
Auteur: Anneke van Dijk

Documentaire : Verbannen naar Beilen



Documentaire :  “Verbannen naar Beilen”
Makers: Casper Haspels & Jos Kuijer
Duur: 50 minuten

Verbannen naar Beilen

Deze documentaire gaat over de 'grootste lastpakken van de Randstad' die gedwongen worden overgeplaats naar de in 2009 opgerichte psychiatrische kliniek duurzaam verblijf in Beilen. In deze kliniek verblijven 120 overlastgevers uit Rotterdam en Amsterdam: psychiatrische patienten met een drugs en/of alcohol verslaving.
In deze 50 minuten durende documantaire volgen we Wilma, Benji en Frans. Alledrie tegen hun wil opgenomen in Beilen. Wilma leefde op straat, is afhankelijke van Cocaine en wil niet stoppen met het gebruik hiervan. Benji drinkt, vind het maar niks in Beilen en van hem hoeft er geen traject te komen, hij wil gewoon weg uit het ´rampenkamp´. En dan Frans, die bij de eerste aanblik op zijn huisje zich een superstar waant en het op het eerste gezicht prima lijkt te vinden in Beilen. Alleen het blowen, tjah : "waar doen die mensen toch zo moeilijk over?"
De instelling weet dat er binnen hun muren drugs en alcohol aanwezig zijn, de patienten zijn slim en vinden telkens weer nieuwe manieren om hun middelen binnen te krijgen. Regelmatig worden er controles uitgevoerd om de middelen op te sporen en na aanleiding hiervan met de gebruikers in gesprek te gaan. Het vraagstuk voor de instelling blijft echter: 'Hoe leren we hun te veranderen zonder te straffen en te beheersen? "
Het is een interresante documentaire. Jammer genoeg krijgt de kijker langzamerhand wel het idee dat het een kansloos gebeuren is. Per slot van rekening worden er helmaal geen succesverhalen gefilmd. We zien alleen dat de opgenomen patienten niet willen veranderen, dat ze in de mooie verblijven waar ze 'wonen' vrolijk kunnen blijven gebruiken, dat de verloven niet van een leien dakje gaan en dat de patienten die wegens overlast uit de Randstad geplukt zijn nu regelmatig overlast in Beilen veroorzaken. Aan het eind van de documentaire krijgen we te horen dat Wilma terug bij af is (in Rotterdam), dat Benji zelfmoord heeft gepleegd en dat Frans wegens leverfalen overleden is..........
Het begint er haast op te lijken dat deze documentaire gefilmd is uit het standpunt van enkele inwoners uit Beilen die het maar niks vinden dat de instelling in hun dorp gehuisvest is. Een paar succesverhalen voor onze gerustheid, en wat meer informatie over het verleden van de patienten (het waárom zijn jullie nou zo geworden als jullie zijn) zouden een welkome aanvuling geweest zijn op deze wat éénzijdige documantaire.

Column: “Meer dan alleen vervelende junkies”


Na het zien van de documentaire verbannen naar Beilen ben ik eens gaan kijken reacties hierop: meningen hierover vanuit de samenleving. Over het algemeen zien de mensen de bewoners van de inrichting het liefst spontaan verdwijnen van de aardbol, en wordt ook het spoor, gelegen  naast de instelling als mogelijke oplossing aangereikt……  Behoorlijk schokkende uitspraken die ik lees.
Kijk, ik begrijp best dat je aan je opa en oma denkt die wegrotten in muffige bejaardenhuizen bij de aanblik op de luxe huisjes op het mooie terrein in Beilen waar ‘die junkies’ mogen verblijven. Onze opa’s en oma’s hebben immers nog voor onze vrijheid gevochten en hun hele leven hard gewerkt. Nu worden ze bij gebrek aan personeel nog maar twee maal daags verschoont! En dat terwijl de voor overlast zorgende nietsnutten, die weigeren te stoppen met drugs en alcohol zo’n beetje de hele dag vertroeteld worden binnen de instelling (zoals de documentaire dit doet voorkomen).
Maar toch, lieve mensen, snappen jullie dan niet dat deze mensen niet zomaar zo geworden zijn? Dat achter hun vervelende gedrag vaak een traumatisch verleden schuilgaat? Met daarop aansluitend verslavingen en ziektebeelden?
Misschien is het voor mij makkelijker om te zien, omdat ik met jongeren werk die veelal ook hun problemen en verleden proberen te vergeten door de hele dag jointjes te roken of andere middelen te gebruiken. En tjah, jongeren zijn kwetsbaar, wekken sneller sympathie op en kunnen we dus beter begrijpen, en sneller vergeven. Vergeet niet dat jongeren ook volwassen worden, met nog steeds dezelfde kwetsbaarheid als voorheen, maar een minder schattig voorkomen.
Misschien moet ik de jongeren op mijn groep de documentaire maar laten zien. Met de hoop dat het ze afschrikt, en ze het nut van het verwerken van problemen i.p.v.  het weg stoppen ervan d.m.v middelengebruik in gaan zien en hun lot veranderen voor het te laat is.  Dan kunnen de mensen waarover ik hierboven spreek in ieder geval niet meer roepen dat ‘die psychische junkies uit Beilen’  nooit iets positiefs hebben bijgedragen onze samenleving!

Jolanda Bekkema